Deze pagina belicht verschillende facetten van de groep statushouders in Noord-Holland (zie menu aan de linkerkant). Statushouders zijn personen die een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen, nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in deze periode hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger).

Hieronder enkele verdere definities voor de interpretatie van het dashboard:

• Cohort: Een 'cohort' betreft het jaar waarin iemand een verblijfsvergunning asiel heeft gekregen en zodoende statushouder is geworden. Door naar cohorten te kijken, kun je een groep mensen door de tijd volgen. De Filter Cohort staat standaard op Totaal ingesteld. Dit is het totaal van alle cohorten vanaf 2014. Als je echter op een specifiek cohort wilt focussen, kun je met deze filter ook een specifiek cohort selecteren, waardoor alle grafieken cijfers voor dit cohort gaan tonen.
  
  

• Nationaliteit: Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland en land van herkomst indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.
  
  

• Peilmoment: Ieder jaar worden op 1 oktober nieuwe cijfers verzameld. Daarom lopen veel grafieken met jaarcijfers één jaar achter; de cijfers voor oktober, november en december van het betreffende peiljaar zijn dan immers nog niet bekend.

Privacy en onthullingsrisico: Het CBS hecht veel waarde aan het borgen van privacy en het voorkomen van onthulling van personen. Om die reden mogen wij geen data publiceren in gevallen dat het aantal personen lager dan 10 is. Hierdoor kan het voorkomen dat wij bijvoorbeeld voor bepaalde nationaliteiten geen cijfers kunnen tonen. Let op dat de optelsom van nationaliteiten in dat geval lager kan zijn dan de totalen die in dit dashboard getoond worden.

Hieronder staan visualisaties die het aantal statushouders naar cohort, nationaliteit en regio in kaart brengen. Het gaat om personen die vanaf 1 januari 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen, inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger).  Het cohort betreft iedereen die in het betreffende jaar een verblijfsvergunning ontving. De regio heeft betrekking op de vestigingsplaats na verlaten van de COA-opvang of na aankomst in Nederland, bijvoorbeeld in het kader van gezinshereniging.

Plaats in het huishouden is hier gemeten op verschillende momenten na vertrek uit de COA-opvang. Het gaat hier om de plaats in het huishouden volgens de BRP. Wanneer statushouders nooit door het COA zijn opgevangen, betreft het aantal maanden het moment na immigratie of, wanneer ook de immigratiedatum onbekend is, het moment na inschrijving in de BRP. Een statushouder vertrekt niet altijd direct na het verkrijgen van een vergunning uit de COA-opvang. Er moet eerst woonruimte beschikbaar zijn in een gemeente. Het kan dus zijn dat een persoon in 2014 een verblijfsvergunning heeft gekregen, maar in augustus 2015 pas is vertrokken uit de COA-opvang.

Onderstaande visualisatie brengt de demografische samenstelling van statushouders in kaart. Het gaat om personen die vanaf 1 januari 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen, inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in deze periode hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger).  Het cohort betreft iedereen die in het betreffende jaar een verblijfsvergunning ontving.

In deze sectie zijn figuren te zien over werk en inkomen. De populatie verschilt echter tussen de figuren. Alle figuren gaan over personen die in de periode 1 januari 2014 tot 1 juli 2023 een verblijfsvergunning hebben gekregen, inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in deze periode hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger). In de figuren over werk, uitkering, baankenmerken en re-integratievoorzieningen is echter verder geselecteerd op personen van 18 tot 65 jaar. Het cohort betreft iedereen die in het betreffende jaar een verblijfsvergunning ontving.

Aanvullende informatie:

De gegevens over werk en uitkering zijn beschikbaar vanaf 1 januari 2014. Er wordt gekeken naar de situatie op de 1e van de maand. Omdat er bij elk peilmoment meer statushouders 18 jaar of ouder en ouder dan 64 jaar zijn, fluctueert het aantal statushouders van het cohort gedurende de verslagperiode.  Onder werkzaam wordt zowel werkend als zelfstandige, als een baan in loondienst verstaan. Hieraan zijn verder geen voorwaarden gesteld, als een minimum aantal gewerkte uren.

Onder uitkering worden zowel bijstands-, werkloosheids- als arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verstaan. De twee laatstgenoemde komen echter nog nauwelijks voor onder statushouders. Personen kunnen werkzaam zijn én een uitkering ontvangen. 

Hieronder staan visualisaties over het onderwijsniveau van statushouders. Het gaat om personen die sinds 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen, inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in deze periode hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger). Het cohort betreft iedereen die in het betreffende jaar een verblijfsvergunning ontving. Het peilmoment van deze cijfers is 1 oktober.

Aanvullende informatie:

Van de populatie is weergegeven hoeveel personen onderwijs (gefinancierd door het ministerie van OCW en EZK, exclusief (voortgezet) speciaal onderwijs) volgen vanaf 1 oktober 2015. Het moment dat een statushouder naar Nederland is gekomen kan verschillen tussen de statushouders uit een bepaald cohortjaar. Naarmate dit moment verder in het verleden ligt, heeft de betreffende statushouder meer tijd gehad om onderwijs te volgen. Door verschillen in administratie worden niet alle schoolgaande statushouders teruggevonden in de onderwijsregistratie. Het aantal mensen dat onderwijs volgt, wordt daardoor mogelijk onderschat. Vooral bij leerplichtige kinderen (5 t/m 17 jaar) is het aannemelijk dat ze in de praktijk wel degelijk onderwijs volgen. In het geval een leerling meer dan één opleiding volgt, is de opleiding met het hoogste niveau geselecteerd. In het geval van de eerste twee visualisaties hieronder hoeft nog geen diploma behaald te zijn.

De onderste figuur gaat over het hoogst behaalde diploma o.b.v. alle beschikbare onderwijsregistraties tot en met het betreffende peiljaar. 

Hier staan figuren over inburgering onder de Wet Inburgering 2013 (WI2013) en de Wet Inburgering 2021 (WI2021). Het gaat om personen die vanaf 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen, inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers die zich in deze periode hebben herenigd met deze statushouders (niet zijnde een nareiziger). Het cohort betreft iedereen die in het betreffende jaar een verblijfsvergunning ontving.

Aanvullende informatie

Van de populatie is weergegeven hoe het met de inburgeringsplicht gaat onder de Wet Inburgering 2013 (WI2013) en de Wet Inburgering 2021 (WI2021). De verdeling van statushouders over de inburgeringswetten wordt tijdsonafhankelijk bepaald. Als iemand ooit inburgeringsplichtig is onder de Wi2013, wordt deze persoon voor alle peilmomenten meegenomen binnen de grafiek over de Wi2013. Hetzelfde geldt voor de Wi2021. In de zeldzame gevallen waarin iemand tot beide wetten heeft behoord, wordt deze persoon meegeteld onder de Wi2021. Er is ook een groep waarvan er (nog) geen inburgeringsplicht is vastgesteld en die om die reden niet kunnen worden toebedeeld aan een inburgeringswet.

Onderstaande visualisatie heeft betrekking op het behaalde taalniveau. Bij het volgen van een inburgeringscursus leren statushouders Nederlands begrijpen, spreken en schrijven op tenminste taalniveau A2. Met dit taalniveau kunnen mensen zich in het dagelijkse leven redden. Statushouders kunnen ook op een hoger taalniveau inburgeren, wanneer zij bijvoorbeeld na hun inburgering willen studeren of werken. Niveau B1 is voor mensen die willen werken of studeren op mbo 3-niveau of mbo 4-niveau. Niveau B2 is voor mensen die willen werken of studeren op hbo- of universitair niveau.