Onbenut arbeidspotentieel in perspectief (verdieping in Zeeuwse cijfers)

Samenvatting
  • HZ| Kenniscentrum Zeeuwse Samenleving heeft, in opdracht van de Provincie Zeeland en Arbeidsmarktregio Zeeland en met UWV als inhoudelijk klankbord, een verdiepend onderzoek gedaan naar het onbenut arbeidspotentieel in Zeeland. In het bijzonder hebben zij het Zeeuws onbenut arbeidspotentieel in het bredere perspectief van arbeidsdeelname geplaatst.

  • Het onbenut arbeidspotentieel is in Zeeland relatief klein en, net als in de rest van Nederland, in het afgelopen decennium behoorlijk in omvang afgenomen. Bovendien is driekwart van deze groep niet in beeld van het UWV of gemeenten, waardoor de groep lastig te bereiken is. Het aandeel werkenden in Zeeland dat minder uren wil werken is groter dan het aandeel dat meer uren wil werken.

  • Jongeren vormen een relatief grote groep binnen het onbenut arbeidspotentieel en zijn wellicht te bewegen om (meer uren) te werken. Hierbij moet worden beseft worden dat een substantieel deel van deze groep nog bezig is met een opleiding. Het gaat hier vaak om jongeren die meer uren zouden willen werken in een bijbaan, zoals in de horeca of de toeristensector en dat is niet per se de sector waarin zij op termijn aan de slag zouden willen gaan.

  • Het onderbenut potentieel onder de werkenden is laag in sectoren met een relatief krappe arbeidsmarkt, zoals de industrie, bouw en ICT. Vaak zijn dit sectoren waar al veel in voltijd gewerkt wordt en er dus überhaupt weinig rek is in de hoeveelheid werkuren. In de zorg, ook zo’n sector met veel tekorten, wordt juist heel veel in deeltijd gewerkt, maar het aandeel zorgwerkers dat meer uren wil werken is in die sector niet bijzonder groot.

  • Naast de onderbenutte deeltijders is er een relatief kleinere groep mensen die nu niet werken, maar wel werk zoeken en/of op korte termijn beschikbaar zijn voor werk. De werkloosheid in Zeeland is historisch laag en ook relatief laag ten opzichte van andere regio’s. Op zichzelf is dat een positief gegeven, maar als het gaat over onbenut arbeidspotentieel lijkt de potentiële winst op korte termijn hier beperkt. De werkloosheid kent bovendien een ondergrens: fricties tussen vraag en aanbod zijn van alle tijden en onvermijdelijk op een arbeidsmarkt die zo in verandering is als de huidige.

  • Al met al is het onbenut arbeidspotentieel geen heilige graal. De historisch hoge arbeidsmarktkrapte in combinatie met de verwachte grote uitstroom als gevolg van vergrijzing maken dat werkgevers creatief en soms ‘out of the box’ moeten kijken voor het vinden en behouden van geschikt personeel. Winst behalen door alleen werknemers meer uren beschikbaar te stellen zonder aanvullende stimulansen lijkt niet direct een oplossing voor krapte op de arbeidsmarkt te bieden. Er zou breder gekeken moeten worden, naar deeltijders die op dit moment niet actief aangeven meer uren te willen werken, maar hier onder voorwaarden wellicht wel voor open staan, en naar mensen die op dit moment niet op zoek zijn naar werk maar wellicht wel naar de arbeidsmarkt te bewegen zijn, zoals gepensioneerden.

  • Het aantrekkelijk en toegankelijk maken van betaald werk, bijvoorbeeld door het aanbieden van flexibele uren of het creëren van laagdrempelige ontmoetingsplekken voor werkzoekenden door werkgevers, en het creëren en bespreekbaar maken van de mogelijkheid om meer uren te werken, bijvoorbeeld door het faciliteren van kinderopvang, lijken belangrijke elementen om het arbeidspotentieel te vergroten. Om de werkdruk niet te veel op te laten lopen en een goede balans tussen werk en privé goed te behouden is het belangrijk om aanvullend aandacht te hebben voor het slimmer organiseren van het werk zélf, bijvoorbeeld door taken te herverdelen of technologie in te zetten.

     

Lees hieronder het volledige rapport van de Hogeschool Zeeland

Onbenut arbeidspotentieel in Perspectief

 

Artikelen

POWERED BY

powered by