Tekorten op de arbeidsmarkt

Het dashboard tekorten op de arbeidsmarkt geeft inzicht in de huidige en toekomstige arbeidsmarktspanning op de Brabantse arbeidsmarkt. Binnen het dashboard staan we stil bij de huidige arbeidsmarktspanning naar sector en beroep. Vervolgens kijken we naar opleiding voor de verwachte arbeidsmarktspanning in het jaar 2026. Vanuit het oogpunt van de arbeidsmarkttekorten is het belangrijk dat het Brabantse talent voor de regio behouden blijft. In hoeverre slaagt de regio hierin? En lukt het de regio om (internationaal) talent van buiten Noord-Brabant aan te trekken? We kijken daarbij naar een drietal peilmomenten: 1 jaar na afstuderen, 3 jaar na afstuderen en 5 jaar naar afstuderen. 

Filters

Via deze filter kunt u de regio waarin u geinteresseerd bent selecteren. U kunt daarbij een keuze maken tussen gegevens voor de provincie Noord-Brabant of een van de Brabantse arbeidsmarktregio's. Verder kunt u ook een peilmoment na afstuderen selecteren. U kunt daarbij een keuze maken om de situatie na 1 jaar na afstuderen, 3 jaar na afstuderen en 5 jaar na afstuderen te bekijken.

 

Let op: de tijdreeks van de gegevens verschilt afhankelijk van het peilmoment dat u geselecteerd heeft. Voor het peilmoment 1 jaar na afstuderen is een langere tijdreeks, en meer actuelere gegevens, beschikbaar dan voor het peilmoment 5 jaar na afstuderen.

Naar sector

Hoeveel Brabantse ondernemers geven aan dat een tekort aan personeel een belemmering in de bedrijfsvoering vormt? Welke sectoren ervaren de grootste belemmeringen door een tekort aan personeel?


Bedrijven met belemmeringen, tekort aan arbeidskrachten

Belemmeringen (sector), tekort aan arbeidskrachten

Naar beroep

Voor het inzichtelijk maken van de arbeidsmarktspanning naar beroep maken we gebruik van de spanningsindicator van het UWV. Deze indicator verschaft inzicht in de spanning op de arbeidsmarkt. Het is de verhouding tussen openstaande vacatures en kortdurende werkzoekenden. Een score > 1,5 is gunstig voor werkzoekenden; er is meer vraag dan aanbod (typering krap). Wanneer de score > 4,0 is de situatie zeer krap.  Een score lager dan 0,67 is ongunstig voor werkzoekenden; er is meer aanbod dan vraag. Bij een score < 0,25 is de situatie zeer ruim. Bij een score tussen 0,67 en 1,5 is er sprake van evenwicht op de arbeidsmarkt. 

 

Ontwikkeling arbeidsmarktspanning

Arbeidsmarktspanning, naar beroepsklasse

Spanningsindicator, naar beroepsgroep

Naar opleiding

Voor het inzichtelijk maken van de verwachte arbeidsmarktspanning naar opleiding maken we gebruik van de Indicator Toekomstige Arbeidsmarktperspectieven (ITA) van het ROA. Deze indicator geeft aan welke vraag-aanbod-discrepantie er per opleidingtype te verwachten is in de komende zes jaar. Werkgevers zullen voor opleidingen met een goed perspectief eerder tekorten op de arbeidsmarkt ervaren dan voor opleidingen met een minder goed perspectief. Als het arbeidsaanbod kleiner is dan de vraag, en de ITA dus kleiner dan of gelijk is aan 1,00, wordt het arbeidsmarktperspectief als ‘goed’ getypeerd. Als de waarde van de ITA kleiner dan of gelijk is aan 0,85, wordt gesproken van een ‘zeer goed’ arbeidsmarktperspectief.28 Daarentegen, als de ITA een waarde heeft tussen de 1,00 en 1,05 wordt gesproken van een ‘redelijk’ arbeidsmarktperspectief. Bij een hogere waarde van de ITA wordt het arbeidsmarktperspectief voor het desbetreffende opleidingstype als ‘matig’, of bij een ITA groter dan 1,15, als ‘slecht’ aangeduid.

Let op: de resultaten zijn alleen op het niveau van arbeidsmarktregio's beschikbaar.

Verwachte arbeidsmarktekorten 2026, mbo naar onderwijsrichting

Verwachte arbeidsmarktekorten 2026, hoger onderwijs naar onderwijsrichting

Talent behouden

Is Noord-Brabant in staat om gediplomeerde schoolverlaters die hun diploma hebben behaald aan een Brabantse onderwijsinstelling voor de regio te behouden?* In onderstaande visualisaties hebben we weergegeven in welke mate afgestudeerden binnen of buiten Noord-Brabant zijn gaan werken. Naarmate de arbeidsmarkttekorten voor een bepaalde sector, beroep of opleiding groot zijn, is het streven om zoveel mogelijk talent voor Noord-Brabant te behouden.

 

* De invalshoek vestigingsplaats instelling vormt het uitgangspunt voor de analyses.

In welke werkregio gaan ze werken, mbo (aantal)

In bovenstaande visualisatie ziet u in welke mate de gediplomeerde mbo schoolverlaters in dezelfde regio zijn gaan werken als waar hun onderwijsinstelling is gevestigd. De gediplomeerde schoolverlaters hebben hun diploma gehaald aan een onderwijsinstelling die gevestigd is in de regio die u geselecteerd hebt. In de categorie onbekend/buitenland vallen de afgestudeerden waarvan niet bekend is bij welk bedrijf in Nederland zij werken na het afstuderen. De data is beschikbaar per onderwijsrichting en 1, 3 of 5 jaar na afstuderen.

In welke werkregio gaan ze werken, hoger onderwijs (aantal)

Pendel mbo

Naast de Brabantse gediplomeerden die buiten de regio zijn gaan werken (uitgaande werkpendel), komen ook gediplomeerde schoolverlaters in de regio werken die hun diploma niet aan een Brabantse onderwijsinstelling behaald hebben (inkomende werkpendel). Het saldo tussen beide stromen laat zien in welke mate er sprake is van een positief of negatief pendelsaldo. Een positief saldo betekent dat de regio in staat is meer talent van buiten de regio aan te trekken, dan dat talent de eigen regio verlaat. Om arbeidsmarkttekorten te verminderen, is het belangrijk om een positief saldo van de werkpendel na te streven. In onderstaande visualisatie hebben we het saldo van de werkpendel weergeven voor het mbo

 

 Let op: aangezien we in de analyses kijken naar de invalshoek vestiging onderwijsinstelling is het belangrijk om ook te kijken naar de studiependel. In het geval een regio voor een bepaalde opleiding een positief studiesaldo kent, is de kans groot dat de werkpendel voor deze opleiding negatief is. Studenten die buiten de regio zijn opgegroeid keren na het behalen van hun diploma vaak terug naar de eerdere woonregio. 

Saldo werkpendel, mbo (tekorten)

Saldo studiependel, mbo (tekorten)

Pendel hoger onderwijs

Naast de Brabantse gediplomeerden die buiten de regio zijn gaan werken (uitgaande werkpendel), komen ook gediplomeerde schoolverlaters in de regio werken die hun diploma niet aan een Brabantse onderwijsinstelling behaald hebben (inkomende werkpendel). Het saldo tussen beide stromen laat zien in welke mate er sprake is van een positief of negatief pendelsaldo. Een positief saldo betekent dat de regio in staat is meer talent van buiten de regio aan te trekken, dan dat talent de eigen regio verlaat. Om arbeidsmarkttekorten te verminderen, is het belangrijk om een positief saldo van de werkpendel na te streven. In onderstaande visualisatie hebben we het saldo van de werkpendel weergeven voor het hoger onderwijs

 

 Let op: aangezien we in de analyses kijken naar de invalshoek vestiging onderwijsinstelling is het belangrijk om ook te kijken naar de studiependel. In het geval een regio voor een bepaalde opleiding een positief studiesaldo kent, is de kans groot dat de werkpendel voor deze opleiding negatief is. Studenten die buiten de regio zijn opgegroeid keren na het behalen van hun diploma vaak terug naar de eerdere woonregio. 

 

Saldo werkpendel, hoger onderwijs (tekorten)

Saldo studiependel, hoger onderwijs (tekorten)

Internationaal talent

 Jaarlijks studeren internationale studenten af in het Brabantse hoger onderwijs. De blijvende afgestudeerden vergroten de pool van hoogopgeleide werknemers in de regio. Het aantrekken (en behouden) van internationaal talent is dan ook een mogelijke oplossingsrichting om de regionale arbeidsmarkttekorten te verminderen. Hoeveel internationale studenten behalen jaarlijks hun hbo- of wo-diploma aan een Brabantse onderwijsinstelling? In welke onderwijsrichting hebben ze hun hbo- of wo-diploma behaald? En zijn ze na afstuderen binnen of buiten Noord-Brabant gaan werken? 

Internationale gediplomeerden, hoger onderwijs en instroom arbeidsmarkt

In welke regio zijn ze gaan werken, naar regio en onderwijsrichting

POWERED BY

powered by