ROA: Onderzoek Leven lang ontwikkelen in Nederland
belangrijkste inzichten
- In de periode 2004-2020 volgde ruim de helft van de werkenden cursussen. Onder de niet-werkenden was dit ongeveer een vijfde.
- Tussen 2017 en 2020 was sprake van een afname in Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Dit geldt voor cursusdeelname, informeel leren en zelfstudie.
- Circa de helft van de werkenden heeft ondanks de covid-19 crisis geen verandering ervaren in de mogelijkheden om deel te nemen aan cursussen of te leren van taken. Wel is er binnen bedrijven minder gebruikgemaakt van HR-instrumenten die loopbaan en ontwikkeling stimuleren.
- Werkenden die zich ontwikkelen volgen veelal verschillende vormen van LLO: formeel en informeel leren, zelfstudie en hobby gerelateerde cursussen.
- Twee derde van de werkenden is van mening dat ze de kennis en vaardigheden die ze opdoen tijdens een cursus binnen hun eigen branche kunnen gebruiken.
Zorg over verschillen in deelname aan llo
De laatste jaren is er veel aandacht voor Leven Lang Ontwikkelen (LLO). LLO kan ervoor zorgen dat vaardigheden niet verouderen en dat men nieuwe vaardigheden leert, zodat men duurzaam inzetbaar blijft. Werkenden en werkzoekenden worden gestimuleerd en gefaciliteerd door zowel de overheid als brancheorganisaties en werkgevers. Een recent voorbeeld vanuit de overheid is het STAP-budget.
Vanuit beleid en wetenschap is er echter een zorg dat deelname aan LLO onvoldoende van de grond komt. Daarnaast verschilt de mate van actieve deelname aan LLO per persoon. Zo bestaat er een kloof tussen praktisch en theoretisch geschoolden en tussen jongere en oudere werknemers. Juist de groepen die grotere risico’s lopen op baanverlies of wiens vaardigheden achterblijven, maken substantieel minder gebruik van cursussen en trainingen.
Daling in deelname aan LLO
Naast een zorgelijke kloof in LLO-deelname tussen verschillende groepen, is de cursusdeelname tussen 2017 en 2020 gedaald. Onder praktisch geschoolden en werkenden zonder startkwalificatie was cursusdeelname in 2020 zelfs op het laagste niveau sinds 2004. Ook het informeel leren van taken op het werk en deelname aan zelfstudie is gedaald. Tot slot was er in 2020 ten opzichte van 2017 een significante afname in het aantal werkenden die aangeven dat ze technologische en organisatorische veranderingen binnen hun werk goed kunnen bijhouden.