Is de krapte op de arbeidsmarkt structureel?
Belangrijkste inzichten
- Ondanks de krimp van de Nederlandse economie in de afgelopen drie kwartalen blijft de spanning op de arbeidsmarkt in de provincie Utrecht zeer krap. Van alle werkenden in de provincie Utrecht werkt 86% in een beroepsgroep waar in het derde kwartaal van 2023 sprake is van een zeer krappe arbeidsmarkt.
- In 2024 is het de verwachting dat de extreme spanning op de arbeidsmarkt in Utrecht iets af gaat nemen. Ondanks een afkoeling van de arbeidsvraag blijft de arbeidsmarktspanning op een hoog niveau. Dit komt deels door 'labour hoarding': bedrijven hebben ervaren hoe lastig het is om personeel te vinden en kiezen er daarom voor om hun personeel aan te houden in plaats van te laten gaan.
- Op basis van een onderzoek van het UWV onder ruim 4 duizend werkgevers was 53% van de vacatures die in 2023 in Nederland zijn ontstaan lastig te vervullen. Werkgevers verwachten niet dat dit in 2024 makkelijker wordt.
- Vanwege het aanpassingsmechanisme binnen de arbeidsmarkt is er op de arbeidsmarkt nooit sprake van structurele krapte. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ontwikkelen zich niet onafhankelijk van elkaar, maar reageren op elkaar. In een overgangsperiode kunnen zich zeker fricties en knelpunten voordoen, maar op de lange termijn onstaat uiteindelijk een nieuw evenwicht van vraag en aanbod.
- Dit aanpassingsproces wordt de komende jaren belemmerd door publieke arbeidsvraag en vergrijzing. De krapte op de arbeidsmarkt kan daardoor ondanks de marktwerking voor een langdurige periode aanhouden.
- Meestal kan de arbeidsmarkt zelf het beste uitvinden hoe ze moet veranderen, maar soms is het nodig dat de overheid ingrijpt of dat de overheid zelf actie onderneemt als werkgever. Hierdoor is het dan ook goed om als regio stil te staan bij een langetermijnvisie op de economie en samenleving. Dit maakt het mogelijk om met beleid het natuurlijke evenwicht bij te sturen als dit afwijkt van de regionale voorkeuren.
- In de laatste uitzending van buitenhof ging het in een interview met Klaas Knot, president van de Nederlandse Bank, over de vraag wat voor economie willen we in ons land? Knot adviseert om te kiezen voor economische activiteiten met een grote toegevoegde waarde, in termen van productiviteitsgroei, voor de Nederlandse economie.
- Het advies van Klaas Knot sluit aan bij de resultaten van een onderzoek van het ROA uit 2022. Uit dit ROA-onderzoek blijkt dat de ene krapte op de arbeidsmarkt de andere niet is. Het is dan ook niet altijd slim om een studie te kiezen (werk te zoeken in een richting) alleen omdat er nu veel vacatures zijn. Het is beter de keuze te baseren op studies die hen hoogwaardige vaardigheden leren, zodat ze beroepen kunnen uitoefenen met hoge lonen waar in de toekomst ook vraag naar is en die minder conjunctuurgevoelig zijn. Voorbeelden hiervan zijn beroepen in de sectoren zorg, onderwijs en techniek.
krapte in vrijwel alle beroepsklassen
De krapte op de arbeidsmarkt wordt in vrijwel de gehele economie gevoeld. Bijna alle beroepsklassen worden geypteerd als krap of zeer krap. In onderstaande visualisatie vindt u informatie over de typering van de arbeidsmarkt in de verschillende beroepsklassen. Per beroepsgroep is gekeken naar de arbeidsmarktspanning en het aantal werkenden.
Toelichting: Van de beroepsgroepen, horend binnen een beroepsklasse, is de arbeidsmarktspanning bekend. Vervolgens is gekeken hoe veel mensen werkzaam zijn binnen deze beroepsgroepen. Tot slot is er per typering een optelling gemaakt van het aantal werkenden. Zo is het percentage werkenden per typering inzichtelijk gemaakt. Onbekend (grijs): van een aantal beroepsgroepen is de arbeidsmarktspanning niet bekend.
Meer weten over de arbeidsmarktspanning in uw regio? Klik hier voor meer data.
Ruim helft van de vacatures in 2023 moeilijk vervulbaar
Ondanks een economische krimp in drie opeenvolgende kwartalen in 2023, bleef de arbeidsmarkt in 2023 opvallend actief. Op basis van onderzoek van het UWV onder ruim 4 duizend werkgevers blijkt dat in 2023 ruim de helft van de vacatures (53%) in Nederland nog moeilijk vervulbaar zijn. Een jaar eerder was dit nog 58%. Van de werkgevers met moeilijk vervulbare vacatures meldt 86% dat ze te weinig reacties krijgen op vacatures. Daarnaast zijn vacatures volgens 59% van deze werkgevers moeilijk vervulbaar omdat sollicitanten niet over de juiste vaardigheden beschikken.
Arbeidsmarkt in 2024 iets minder gespannen
In 2024 zal de arbeidsmarkt waarschijnlijk iets minder krap zijn dan in 2023, maar het blijft moeilijk om personeel te vinden. Een meerderheid van de werkgevers (61%) verwacht dat de wervingsproblemen in 2024 hetzelfde blijven. Een kwart (24%) verwacht zelfs dat het moeilijker wordt om vacatures te vervullen. Slechts 15% van de werkgevers verwacht minder wervingsproblemen.
Door 'labour hoarding' blijft krapte op een hoog niveau
Dat de krapte op een hoog niveau blijft, komt deels ook door 'labour hoarding': bedrijven hebben ervaren hoe lastig het is om personeel te vinden en kiezen er daarom voor om hun personeel aan te houden in plaats van te laten gaan. Het is gebruikelijk dat goed presterende bedrijven afzien van snelle ontslagen bij een economische neergang. De verwachte afvlakking van het arbeidsaanbod versterkt de argumenten van bedrijven om personeel te 'hamsteren'. Personeel 'hamsteren' betekent wel dat bedrijven personeel, dat niet direct productief is, in dienst houden terwijl de loonkosten gewoon doorlopen. Dit leidt tot een lagere arbeidsproductiviteit.
Optimaal benutten van 'overbodige werknemers'
Door beleidsmakers wordt het vergroten van de arbeidsproductiviteit als een belangrijke sleutel gezien voor het verminderen van de arbeidsmarktkrapte. Hetzelfde werk doen met minder mensen. Het zou mooi zijn als tijdelijk 'overbodige werknemers', ingezet kunnen worden op het bedenken en implementeren van manieren om de arbeidsproductiviteit op termijn te verhogen. Deze activiteiten zijn misschien niet direct productief, maar kunnen op de lange termijn bijdragen aan de noodzakelijke verhoging van de arbeidsproductiviteit.
Geen structurele krapte, maar krapte kan langdurig aanhouden
Vanwege het aanpassingsmechanisme binnen de arbeidsmarkt is er op de arbeidsmarkt nooit sprake van structurele krapte. Vraag en aanbod reageren op veranderende situaties. Werkgevers die nieuw personeel willen aannemen en werknemers die zich aanbieden op de arbeidsmarkt, overwegen hoe ze kunnen inspelen op een nieuwe situatie. De markt past zich aan, waardoor een nieuw evenwicht van vraag en aanbod ontstaat. Wanneer er een tekort aan arbeidskrachten is, oftewel een krappe arbeidsmarkt, gebeuren er een aantal dingen die dit evenwicht herstellen:
- Loonstijging: als er een tekort aan werknemers is, stijgen de lonen meestal. Hogere lonen trekken meer mensen aan om in die sector te werken of om zich om te scholen.
- Verandering in arbeidsvoorwaarden: werkgevers kunnen de arbeidsvoorwaarden verbeteren om banen aantrekkelijker te maken.
- Automatisering en innovatie: bedrijven kunnen investeren in technologie om het tekort aan werknemers op te vangen, waardoor minder arbeidskrachten nodig zijn.
- Aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten: werkgevers kunnen werknemers uit andere landen aantrekken om aan de vraag te voldoen.
- Verplaatsing van productie: bedrijven kunnen ervoor kiezen om hun productie naar landen te verplaatsen waar er meer arbeidskrachten beschikbaar zijn.
- Opleiding en scholing: er kunnen meer opleidingsmogelijkheden komen in sectoren waar een tekort is, waardoor meer mensen gekwalificeerd worden voor deze banen.
Bovenstaande reacties helpen de balans tussen vraag en aanbod te herstellen. Gedurende de overgangsperiode naar het nieuwe evenwicht kunnen zich zeker fricties en knelpunten voordoen. Op de lange termijn ontstaat uiteindelijk een nieuw evenwicht van vraag en aanbod. Het aanpassingsmechanisme wordt de komende jaren belemmerd door vegrijzing en extra publieke arbeidsvraag als gevolg van maatschappelijke transities op het gebied van onder andere klimaat, energie en zorg. Door deze belemmeringen kan de krapte op de arbeidsmarkt, ondanks de marktwerking, de komende periode langdurig aanhouden.
Is overheidsingrijpen wenselijk?
Meestal kan de arbeidsmarkt zelf het beste uitvinden hoe ze moet veranderen. Via het aanpassingsmechanisme krimpen onsuccesvolle bedrijven en sectoren, terwijl de succesvolle juist kunnen groeien. Onder bepaalde omstandigheden kan overheidsbeleid echter zinvol zijn of is het nodig dat de overheid zelf actie onderneemt als werkgever. Zo kan krapte leiden tot vertraging van belangrijke transities, waardoor doelstellingen niet gehaald worden en/of te duur worden. Daarnaast kan het aanpassingsmechanisme soms niet snel genoeg werken waardoor de aanpassing te langzaam gaat: mensen komen niet snel genoeg op de juiste plek en/of de benodigde innovatie blijft uit.
Wat voor economie willen we in onze regio?
Om de juiste afweging te kunnen maken over de taak van de overheid op het gebied van arbeidsmarktkrapte is het van belang om als Nederland en als regio een gedeelde langetermijnvisie te hebben op economie en samenleving. Dit maakt het mogelijk om met beleid het natuurlijke evenwicht bij te sturen (of te versnellen) als dit afwijkt van de landelijke en regionale voorkeuren. In de uitzending van Buitenhof van afgelopen zondag ging het in een interview met Klaas Knot, president van de Nederlandse Bank, over de vraag wat voor economie willen we in ons land? Knot gaf in het interview aan dat de Nederlandse economie op meerdere punten tegen grenzen aanloopt, zoals een krappe arbeidsmarkt en gebrek aan fysieke ruimte. Zijn pleidooi was dat Nederland keuzes moet maken om ons goed voor te kunnen bereiden op de toekomst. Knot adviseert daarbij om vooral te kiezen voor economische activiteiten met een grote toegevoegde waarde, in termen van productiviteitsgroei, voor de Nederlandse economie.
Kijk bij studiekeuze naar meer dan alleen vacatures
Voor jongeren die een studiekeuze moeten maken en mensen die zich willen omscholen is het belangrijk om zich te realiseren dat de huidige arbeidsmarktspanning geen goede indicator is voor de arbeidsmarktsituatie over enkele jaren, nadat de studie of omscholing is afgerond. Veranderingen in beleid en economie kunnen de arbeidsmarkt aanzienlijk beïnvloeden. Misschien nog wel belangrijker is het inzicht dat de ene krapte op de arbeidsmarkt niet de andere krapte op de arbeidsmarkt is. Op basis van onderzoek van het ROA, Huidige vacatures zijn slechte raadgever studiekeuze, blijkt dat bij het kiezen van een studie of omscholing niet altijd het beste is om alleen te kiezen voor een studie of baan omdat er nu veel vacatures zijn. Het is ook belangrijk om te kijken of beroepen aantrekkelijke kenmerken hebben op het gebied van een goed salaris of gunstige contracten. Daarbij speelt het ook mee of beroepen skills vereisen waar in de toekomst ook vraag naar is. Voor jongeren (en omscholing) is het dus beter om te gaan voor studies die je goede vaardigheden leren, zodat je later beroepen kunt doen die goed betalen en waar altijd werk in is. Ook als het economisch minder gaat. Voorbeelden hiervan zijn beroepen in de sectoren zorg, onderwijs en techniek.
Voor de economie als geheel is het ook belangrijk dat de juiste studiekeuzes gemaakt worden door jongeren en mensen die zich willen omscholen. De juiste studiekeuzes dragen bij om een evenwichtige en veerkrachtige arbeidsmarkt en economie te waarborgen.