FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

Euregio Maas-Rijn

Belangrijkste inzichten
  • Binnen de Euregio Maas-Rijn wordt ingezet op een goed functionerende grensoverschrijdende arbeidsmarkt voor bedrijven, werknemers en zelfstandigen.
  • Voor Zuid-Limburg geldt dat er met het Expat Center (EC) in Maastricht, de Grensinfopunten (GIP) en de Service Grensoverschrijdende Arbeidsbemiddeling (SGA) een stevige ondersteuningsstructuur staat voor grensoverschrijdend werken. 
  • Inzicht in de grensoverschrijdende arbeidsmarkt is cruciaal voor strategische besluiten, beleidsmatige interventies en adequate monitoring t.a.v. deze structuur.
  • Met deze verkenning en het dashboard maken we gebruik van de beschikbare gegevens van www.grensdata.eu, en passen we deze toe op de Euregio Maas-Rijn. 
  • Met thema's als bevolking, vergrijzing, bruto regionaal product, vestigingen, arbeidsplaatsen, participatie, type arbeidsrelatie, grenspendel en grensmigratie.
  • De gegevens zullen periodiek worden geactualiseerd, in samenwerking met het CBS.


Achtergrond

Arbeidsmarkt is een belangrijk thema binnen de grensoverschrijdende samenwerking in Euregionaal verband, en wordt vaak als aparte pijler onderscheiden in het Interreg-programma. De keuzes van werkzoekenden en de talentpool worden in de grensregio's enigszins beperkt door de ligging, waardoor de regionale economie agglomeratievoordelen mist. 

Om deze voordelen toch te realiseren, kan men er allereerst beleidsmatig voor zorgen dat obstakels voor grensoverschrijdend werken verminderd  worden of verdwijnen. Verder is het echter ook mogelijk om aan beide kanten van de grens, een actieve rol in te nemen in de informatievoorziening en arbeidsbemiddeling tussen werkzoekenden en vacatures. Om een geïnformeerde keuze te maken uit mogelijke interventies, deze gericht in te zetten, en hun effectiviteit te monitoren, is het van belang om zicht te hebben op de ontwikkelingen binnen de grensoverschrijdende arbeidsmarkt

Daarom zetten wij in deze verkenning de inzichten voor de Euregio Maas-Rijn op een rij, die te verkijgen zijn uit https://grensdata.eu/Hierbij leggen we een bijzondere focus op de arbeidsmobiliteit van- en naar Zuid-Limburg. Deze inzichten zijn bedoeld als basis voor beslissingen over de verlenging en vernieuwing van de Service Grensoverschrijdende Arbeidsmarkt (SGA) in de regio. 



Bevolking en vergrijzing

In de Euregio Maas-Rijn wonen ruim 4 miljoen mensen, maar er zijn grote verschillen in bevolkingsdichtheid. Zuid-Limburg kent met bijna 600.000 inwoners een bevolkingsdichtheid die vergelijkbaar is met die van de Randstad, terwijl in de Duitstalige gebieden in België (Verviers) amper 75.000 mensen wonen. Naast Maastricht, Sittard en Heerlen zijn de stadsregio Aken (ruim 550.000 inwoners) en het arrondissement Luik (bijna 625.000 inwoners) de stedelijke gebieden met de meeste inwoners. Hasselt, met bijna 420.000 inwoners volgt op enige afstand. In totaal wonen er binnen Maas-Rijn 834.000 mensen in Nederlands Limburg, 1.981.000 mensen in België en 1.266.000 mensen in Duitsland. 

Verder is de Euregio relatief sterk vergrijsd. Het aandeel inwoners van 65 jaar en ouder ten opzichte van alle inwoners is voor de hele Euregio 20,7%, terwijl dit voor Nederland, België en Noordrijn-Westfalen als geheel respectievelijk 19,2%, 18,9% en 21% is. Deze vergrijzing is het sterkst in Zuid- en Midden-Limburg, met 24,1% en 23,5% in 2019. Het laagst is deze in de Belgische arrondissementen, met Hoei/Huy (17,8%) en Borgworm/Waremme (18,1%) als uitschieters. In de Duitse regio's ligt de vergrijzing ongeveer in het midden (20 - 21%). Vergrijzing van de bevolking en de (potentiële) beroepsbevolking kan een stimulans zijn voor grensoverschrijdende migratie en pendel. De hoge vervangingsvraag naar arbeidskrachten kan mogelijk worden vervuld door werknemers aan andere kant van de grens - mits sprake is van een complementaire sectorstructuur, en de juiste skill-sets. 


sectorstructuur en bedrijfstakken

De sectorsstructuur kun je op drie manieren in kaart brengen: door te kijken naar de toegevoegde waarde, het aantal vestigingen van bedrijven, of het aantal werkzame personen naar bedrijfstak. Het aantal vestigingen is voor de Belgische gebieden helaas niet bekend. Ook zijn data voor is de gehanteerde indeling naar bedrijfstakken, en samentellingen van bedrijfstakken, vaak niet in dezelfde mate beschikbaar via de grensdata voor België, Nederland en Duitsland.

Op het hoogste schaalniveau kunnen we vaststellen dat er vijf bedrijfstakken zijn die substantieel bijdragen aan de regionale economie (toegevoegde waarde) en arbeidsmarkt (werkzame personen). Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige sectoren relatief meer bijdragen aan de economie dan aan de arbeidsmarkt, en vice versa. 

Bruto toegevoegde waarde, naar bedrijfstak

Zo vormen de ruim 350.000 mensen in overheid en zorg de grootste groep werkzame personen, maar voegen zij met € 275 miljard relatief minder toe per arbeidsplaats dan bijvoorbeeld de financiële en zakelijke dienstverlening, die met iets meer dan 200.000 arbeidsplaatsen ruim € 411 miljard toegevoegde waarde levert. Handel, vervoer, horeca en ICT (265.000 personen; € 350 miljard) en Nijverheid en energie (245.000 personen; € 378 miljard) zitten hier tussenin. 

Deze relatieve verhouding is verklaarbaar vanuit verschillende in de (groei van) arbeidsproductiviteit per sector en bedrijfstak. Overheid en zorg zijn relatief zeer arbeidsintensief, en kapitaalgoederen en technologie zijn wat minder van belang. Dit terwijl in de zakelijke dienstverlening een breed scala aan administratieve functies nagenoeg verdwijnt als gevolg van robotering, digitalisering en automatisering.

Werkzame personen, naar bedrijfstak

participatie naar leeftijd

In de beroepsbevolking zijn de verschillen qua arbeidsparticipatie tussen regio's en over tijd relatief klein. In de sterk verstedelijkte regio's Zuid-Limburg en Stadsregio Aken ligt de bruto arbeidsparticipatie in 2019 met zo'n 65% van de bevolking ongeveer 5 á 7 procentpunt lager dan in de minder dichtbevolkte regio's. Dit hangt hier mogelijk samen met een hoger aandeel jongeren in de leeftijd 15 tot 25 jaar (waaronder studenten) die relatief vaak nog niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. De reden voor de verschillen in participatie tussen jongeren uit Zuid-Limburg en Aken, is dat Nederlandse scholieren en studenten veel vaker een bijbaan hebben naast hun school of studie, dan Duitse leeftijdsgenoten. Deze banen zijn klein in omvang.

Voor de Belgische arrondissementen zijn helaas geen gegevens beschikbaar.*

PARTICIPATIE EN LEEFTIJD: ZUID-LIMBURG EN REGIO AKEN

participatie naar onderwijsniveau

Een vergelijkbaar verschil is zichtbaar als de bruto participatie wordt vergeleken naar opleidingsniveau. De verschillen tussen lager-, middelbaar- en hoger opgeleiden zijn binnen elke regio aanwezig, en zijn sterker dan de verschillen tussen regio's. Zuid-Limburg en Stadsregio Aken zijn nagenoeg vergelijkbaar, terwijl, ter referentie, de participatie in Midden-Limburg merkbaar hoger is. De verschillen zijn het grootst bij de laag- en middelbaar- opgeleiden, maar relatief erg klein voor de hoger opgeleiden (86% - 89% participatie). 

Vergelijkbare trends naar leeftijd en onderwijsniveau zijn ook zichtbaar voor de positie in de werkkring: oudere en hoger opgeleide werknemers hebben relatief vaker een vast contract, terwijl jongere en minder hoog opgeleide werknemers vaker een flexibel dienstverband hebben. 

PARTICIPATIE EN ONDERWIJSNIVEAU: ZUID-LIMBURG EN REGIO AKEN

 Grenspendel

In 2017 waren er zo'n 38.000 grenspendelaars werkzaam in het gebied van de Euregio. Als we inzoomen op de internationale arbeidsmobiliteit over de grenzen van Maas-Rijn, zijn daarbij twee zaken in het bijzonder van belang: 

* De mobiliteit valt uiteen in 1) grenspendelaars, die aan de ene kant van de grens wonen, maar aan de andere kant van de grens werken, en 2) grensmigranten, die in hetzelfde land wonen én werken, maar niet de nationaliteit van dat land bezitten. De groep grenspendelaars is weer verder onder te verdelen op basis van nationaliteit

* Op de schaal van de Nederlandse, Belgische of Duitse arbeidsmarkt is inkomende mobilteit relatief beperkt, terwijl dit voor individuele grensregio's, grensgemeenten en bedrijfstakken wel degelijk significant kan zijn. Daarom worden hier zowel de kansen als de obstakels voor grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit onevenredig sterk gevoeld.

Bij de inkomende grenspendel valt op dat Zuid- en Midden-Limburg meer dan 6% werkenden kennen die in Duitsland of België woonachtig zijn. In Zuid-Limburg ging het om zo'n 15.000 werkenden, waarvan ongeveer éénderde in Duitsland, en tweederde in België woonde. Daarmee is Zuid-Limburg goed voor meer dan de helft van alle grenspendelaars in de Euregio Maas-Rijn. In arrondissement Luik is maar 0.6% van de werkenden woonachtig in het buitenland. Stadsregio Aken zit er tussenin met 3.5%. Verder heeft Tongeren relatief veel inkomende pendel uit Nederland, en werken er veel mensen uit Duitsland in de Duitstalige gebieden van België. Uit aanvullend onderzoek van het CBS blijkt dat grenspendelaars het vaakst in relatief kleine plattelandsgemeenten aan de grens woonachtig zijn. 

Binnen Zuid-Limburg zien we dat Maastricht (5.100), Sittard-Geleen (3.200) en Heerlen (2.000) de meeste inkomende grenspendel kennen. In Maastricht gaat het vooral om werknemers die wonen in België (4.300), waarvan een kleine meerderheid (2.250) ook de Nederlandse nationaliteit heeft. Deze groep zal waarschijnlijk vooral voor de gunstige woonomstandigheden aan de 'andere' kant van de grens wonen, en minder vanwege arbeidsmarktomstandigheden.

In Sittard-Geleen (3.200) en Heerlen (bijna 2.000) gaat het zowel om pendelaars uit Duitsland, als België. In beide gevallen heeft ongeveer de helft van de inkomende pendelaars de Nederlandse nationaliteit. Onder de pendel uit Duitsland naar Sittard-Geleen bevinden zich ook zo'n 100 mensen met de Poolse nationaliteit. Voor kleinere groepen pendelaars en migranten dan de Poolse, zijn de nationaliteiten niet verder uitgesplitst in de brondata. De inkomende pendel in Kerkrade zal vooral met de ligging van de gemeente te maken hebben, terwijl er in Beek een aantal pendelaars werkzaam zal zijn op en rond het vliegveld Maastricht-Aachen Airport. 

Het aantal inkomende grenspendelaars in de Euregio is tussen 2010 en 2017 met zo'n 9.500 personen toegenomen van 28.500 tot 38.000. In Zuid-Limburg steeg de inkomende pendel vooral tussen 2010 en 2014, om daarna relatief stabiel te blijven. De stijging zat in werkenden uit zowel Duitsland als België, en betrof werkenden met de Nederlandse en verschillende buitenlandse nationaliteiten. De aantallen pendelaars met een buitenlandse nationaliteit stegen wel sneller (van 4.000 naar ruim 6.000) dan het aantal pendelaars met de Nederlandse nationaliteit (van bijna 4.900 naar krap 6.000).  

Mensen met de Poolse nationaliteit vormden de snelstgroeiende groep pendelaars. Zij kenden ook na 2014 een toename van krap 400 naar 1.500. Deze trend zal naar verwachting verder doorzetten, omdat de groep (vooral Poolse) arbeidsmigranten in Nederlands Limburg tussen 2010 en 2018 toenam van zo'n 10.000 werkenden naar ongeveer 65.000 werkenden. In Belgisch Limburg en Noordrijn-Westfalen is een vergelijkbaar patroon zichtbaar. Een deel van deze groep zal aan de ene kant van de grens wonen, maar aan de andere kant van de grens werken - en dan vooral in de landbouw. Voor een ander deel, kunnen de aantallen betrekking hebben op Poolse seizoensarbeiders die vanuit hun woonplaats in Polen een betrekking hebben in de Euregio.

Zie ook het rapport Internationale werknemers in Limburg (2020). 


Grensmigratie

In tegenstelling tot inkomende grenspendelaars, wonen én werken grensmigranten in hetzelfde land. Ze hebben alleen niet de nationaliteit van dat land, maar dat van een buurland. De trend voor het aantal grensmigranten is, ook in tegenstelling tot de grenspendelaars, licht dalend. Waar in Zuid-Limburg de meeste inkomende grenspendelaars in België wonen, hebben verreweg de meeste grensmigranten in deze regio juist de Duitse nationaliteit.

Grensmigratie naar nationaliteit, per jaar

 
Als we niet alleen kijken naar grensmigranten, maar naar alle migranten die in een regio werken, zien we voor Zuid-Limburg juist een opgaande lijn. De sterkste toename sinds 2014 zit in Maastricht en Sittard-Geleen, en de snelstgroeiende groep zijn werknemers met de Poolse nationaliteit. De verwachting is dat deze groei zich in de jaren 2018 -2020 heeft voortgezet. De effecten van de Coronacrisis op grenspendel en (grens)migratie in de Euregio zijn nog niet bekend. 

Migranten per gemeente, naar nationaliteit

Grenspendel naar bedrijfstak

Tot slot verschilt de mate van inkomende grenspendel, per regio, sterk naar bedrijfstak. Helaas is deze uitsplitsing naar bedrijfstak nog niet beschikbaar voor de regio's binnen Duitsland.

Aan de Belgische zijde kent de bedrijfstak Landbouw, bosbouw en visserij met afstand de meeste inkomende pendel. Dit geldt voor alle regio's in België, maar Tongeren en Hasselt springen er uit: hier wonen respecievelijk 60% en 65% van alle werkenden in de agrarische sector niet in België. De andere bedrijfstakken waarin Belgische regio's verder nog enige inkomende pendel plaatsvindt, zijn Vervoer en Opslag, Huishoudens, Delfstoffenwinning (Tongeren) en Horeca

In Midden- en Zuid-Limburg is de inkomende pendel groter, maar ook veel meer evenredig verdeeld over verschillende bedrijfstakken. Landbouw, bosbouw en visserij staan met 12,9% en 7,5% respectievelijk op de tweede plaats in Midden-Limburg, en pas op de vijfde in Zuid-Limburg. Op plaats 1 staat in beide regio's Verhuur en zakelijke dienstverlening (19,9% en 9,2%). Daarnaast scoort Vervoer en Opslag hoog in Midden-Limburg, en in Zuid-Limburg vooral de Industrie en Delfstoffenwinning. Maar zelfs Bouwnijverheid en Horeca, die in Limburg benedengemiddeld scoren op inkomende pendel, zitten in Zuid-Limburg nog op 3,7% van alle werkenden in de sector. 


Meer weten of verder lezen? 
 

§  PBL en CBS, Arbeidsmarkt zonder grenzen – beleidsstudie (2015, Den Haag)                                 - link.
§  CPB, De arbeidsmarkt aan de grens met en zonder grensbelemmeringen (2016, Den Haag)       - link.
§  MinBZK, Grenzen slechten, regio’s verbinden, mensen bewegen (2017, Den Haag)                       - link.
§  MinBZK, Voortgangsrapportage Grensoverschrijdende economie & arbeid (2020, Den Haag)  - link.
§  ITEM, Grenseffectenrapportage 2022 (2020, Maastricht)                                                                       - link.
§  SG Benelux, Economie en arbeidsmarkt in de grensregio’s van de Benelux (2019, Brussel)        - link.
§  Provincie Limburg, onderzoek internationale werknemers in Limburg (2020, Amsterdam)    - link.
§  Boersma, Edzes & van Dijk, Commuting between border regions in the Netherlands,
     Germany & Belgium: an explanatory model (2020, Journal of Borderland Studies)                     - link.

POWERED BY

powered by