FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

Het onbenut arbeidspotentieel in Utrecht in beeld

BELANGRIJKSTE INZICHTEN
  • Utrecht heeft in 2017 een onbenut arbeidspotentieel van ruim 86.000 personen
  • In Utrecht is ongeveer een derde deel van het onbenut arbeidspotentieel werkloos en een derde deel is onderbenutte deeltijdwerker
  • Het onbenut arbeidspotentieel in Utrecht neemt af. In 2017 behoorden ongeveer 35 duizend personen minder tot deze groep dan in 2013. In 2018 is verdere afname van het onbenut potentieel te verwachten
  • Jongeren in Utrecht behoren vaker tot het onbenut arbeidspotentieel
  • In Utrecht is in 2017 een derde van het totale onbenut arbeidspotentieel hoogopgeleid

De Nederlandse banken (Rabobank, ING en ABN AMRO) zien de economische groei in Nederland in 2019 en 2020 afzwakken. Dit gebeurt onder druk van de krappe arbeidsmarkt en de onzekere vooruitzichten voor de export. Tegelijkertijd heeft Utrecht in 2017 nog een onbenut arbeidspotentieel van 86 duizend personen. Door mensen uit het onbenut arbeidspotentieel aan het werk (of aan meer werk) te helpen kan de krapte op de arbeidsmarkt verminderen. Het verminderen van het onbenut arbeidspotentieel kan zo een bijdrage leveren aan een langdurigere economische groei. Deze analyse geeft zicht op de ontwikkeling en samenstelling van het onbenut arbeidspotentieel in Utrecht. 

In het derde kwartaal van 2018 waren er in Utrecht 23 duizend werklozen. Werkloosheid is de meest gangbare indicator voor onderbenutting van het arbeidspotentieel. Door te kijken naar het totale onbenut arbeidspotentieel ontstaat een vollediger beeld. Hierbij gaat het naast werklozen om groepen mensen die niet tot de beroepsbevolking gerekend worden maar die wel enige binding hebben met de arbeidsmarkt.

OMVANG ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL IN utrecht

Utrecht heeft in 2017 een onbenut arbeidspotentieel van 174 duizend personen, waarbij vier groepen onderscheiden kunnen worden.  Op de eerste plaats zijn er mensen zonder betaald werk, die recent actief naar werk hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. In 2017 waren dit 29.300 personen. Verder zijn er mensen die op korte termijn beschikbaar zijn, maar die niet recent naar werk hebben gezocht (16.000 personen). Anderen hebben wel gezocht, maar zijn niet op korte termijn beschikbaar (11.400 personen). Ten slotte zijn er de onderbenutte deeltijdwerkers. Dit zijn degenen die meer uren willen werken dan ze al doen en daarvoor ook op korte termijn beschikbaar zijn (29.900 personen). 

Voor een vergelijking van het onbenut arbeidspotentieel tussen regio's is het gebruikelijk om het onbenut arbeidspotentieel te delen op de bevolking van 15 tot 75 jaar. In 2017 was het onbenut arbeidspotentieel in Utrecht 9,1% van de bevolking van 15 tot 75 jaar. In Nederland lag dit aandeel met 10,2% hoger. 

ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL KRIMPT IN utrecht

Het totale onbenut arbeidspotentieel is net als de werkloosheid de afgelopen jaren flink afgenomen als gevolg van de aantrekkende economie. In 2013 ging het in Utrecht om 122 duizend personen, 13,1% van de bevolking van 15 tot 75 jaar. Dit zijn bijna 35 duizend  personen meer dan in 2017.  De groep 'wel gezocht, niet beschikbaar' volgde deze trend niet en bleef in Utrecht de afgelopen drie jaar redelijk stabiel. 

Onbenut arbeidspotentieel, Utrecht
JONGEREN VAKER IN ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL

Jongeren van 15 tot 25 jaar behoren in Utrecht naar verhouding vaak tot het onbenut arbeidspotentieel: 15,9% van het totale aantal 15 tot 25-jarigen (26 duizend personen). Vaak gaat het bij de jongeren om werklozen of om deeltijdwerkers die meer uren willen werken. 

Onbenut arbeidspotentieel naar opleidingsniveau (2017), Utrecht
BIJNA EEN derde ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL HOOGOPGELEID

In 2017 is bijna een derde van het totale onbenut arbeidspotentieel in Utrecht hoogopgeleid: 26 duizend personen. Het aandeel niet-werkende hoogopgeleiden dat wel beschikbaar is of zoekt naar werk kwam in 2017 in Utrecht uit op 4,1%. Als daar de onderbenutte deeltijdwerkers bij worden geteld, ligt het totale onbenutte arbeidspotentieel onder hoogopgeleiden van 15 tot 75 jaar op 6,8%. Onder lager opgeleiden bedraagt het onbenutte arbeidspotentieel 10,6% en bij middelbaar opgeleiden 10,3%. 

Verder valt op dat het aandeel onbenut arbeidspotentieel met werk bij lager opgeleiden in Utrecht relatief klein is: 23%. Bij middelbaar en hoger opgeleiden ligt het aandeel van het onbenut potentieel met betaald werk hoger: respectievelijk 41% en 40%.

Onbenut arbeidspotentieel naar opleidingsniveau (2017), Utrecht
INZET ONBENUT POTENTIEEL VRAAGT BREDE BLIK EN CREATIVITEIT VAN WERKGEVERS

Er zijn twee oorzaken voor de scheve verhouding tussen onbenut arbeidspotentieel en krapte op de arbeidsmarkt:

  1. Kwalitatieve mismatch: mensen beschikken niet over de juiste opleidingsachtergrond of vaardigheden die werkgevers van hen vragen. 
  2. Informatiemismatch: werkgevers weten niet waar het onbenut potentieel van werknemers, werklozen en studenten te vinden is. 

Voor moeilijk vervulbare vacatures, zoals in de ICT en de Techniek, komen deze mensen vaak niet in aanmerking. Werkgevers doen er dan ook goed aan om met een brede blik te kijken naar het beschikbare arbeidspotentieel. Bedrijven zullen daarbij creatief moeten zijn om dit potentieel aan te spreken. 

POWERED BY

powered by