RaboResearch: Groeivertraging in vrijwel alle sectoren
Belangrijke inzichten
-
De Rabobank heeft haar nieuwste sectorprognoses gepubliceerd per hoofd- en deelsector. Deze sectorprognoses worden gemaakt op basis van historische ontwikkelingen.
-
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3% gekrompen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. In het eerste kwartaal kromp de economie met 0,4%. Volgens de definitie zou er na twee achtereenvolgende kwartalen van krimp sprake zijn van een recessie. De Rabobank verwacht echter geen diepe economische crisis met een sterk oplopende werkloosheid zoals in 2008 – 2012.
-
De reden hiervoor is de krappe arbeidsmarkt: in het tweede kwartaal van dit jaar stonden er per 100 werklozen 122 vacatures open. De enige hoofdsector waar minder dan 25% van de ondernemers de personeelstekorten als grootste belemmering ziet, is de bouwnijverheid. Bijna 60% van de bouwbedrijven ervaart zelfs helemaal geen belemmering in de bedrijfsvoering.
-
Voor de prognoses van de hoofdsectoren is gekeken naar de ontwikkeling van de toegevoegde waarde (de omzet minus de waarde van alle (ingekochte) halffabricaten en diensten die bij de productie zijn verwerkt), en voor de deelsectoren alleen naar de omzetprognoses. In de productiesectoren nam de toegevoegde waarde af. Zo daalde de toegevoegde waarde in de landbouw-, bouw- en industriesectoren met respectievelijk 4,1%, 0,5% en 0,3%. Aangezien de bouwsector in het eerste kwartaal een positieve ontwikkeling kende, wordt voor heel 2023 een groei van 2,9% verwacht.
-
Naast de productiesectoren nam de toegevoegde waarde ook af in de sectoren Informatie en communicatie, en Handel, vervoer en horeca, met respectievelijk 0,4 en 2,0%. De enige sectoren waar een groei van de toegevoegde waarde wordt verwacht, zijn de sector Informatie en communicatie, Specialistische zakelijke diensten en Gezondheids- en welzijnszorg.
-
Een aantal sectoren heeft vorig jaar de toegevoegde waarde sterk zien toenemen (denk aan de bouw, de informatie- en communicatiesector, de industrie en zakelijke diensten). De economische krimp die nu zichtbaar is, komt als reactie op deze hoogconjunctuur van vorig jaar. Het lijkt erop dat de situatie zich meer normaliseert.
-
Meer informatie over de economische prognose van de Rabobank kunt u hier lezen.
prognoses per sector
Hieronder wordt per hoofdsector dieper ingegaan op de prognose voor 2023. Ook zullen er enkele deelsectoren worden utigelicht.
Land- en tuinbouw
Vanwege de wisselende weersomstandigheden in het groeiseizoen wordt verwacht dat de oogstvolumes onder het gemiddelde liggen, terwijl de prijzen van diverse akkerbouwproducten bovengemiddeld is. Hiermee worden de gestegen kosten (brandstof, arbeid, zaai- en pootgoed etc.) gecompenseerd. De verwachte omzetten liggen op een vergelijkbaar niveau als in 2022, wat een jaar van bovengemiddelde omzetten was.
Voor de tuinbouw wordt een gezond bedrijfsresultaat verwacht, net als voor de boomkwekerij, melkveehouderij varkens en vleespluimvee. In de deelsector vleeskalveren is door de teruglopende melkveestapel het aanbod van jonge kalveren teruggelopen. Dit resulteert in een toegenomen prijs van jonge dieren. De marges in deze sector zijn dus krapper geworden. Tot slot speelt de vogelgriep nog steeds een grote rol in de legpluimvee. Ondanks een recente uitbraak, koersen we weer langzamerhand naar het vogeltrekseizoen. Hierdoor is het risico op nieuwe uitbraken groter.
Food
Als gevolg van de inflatie zien de food & beverage-sectoren een flinke omzetstijging ondanks de afgenomen vraag. In de tweede helft van het jaar vlakt de inflatie af, maar de vraag blijft verminderd. Wat de speciaalzaken betreft, werd er eerder een grotere volumedaling als gevolg van de prijsstijgingen verwacht. De prognose voor deze deelsector is naar boven bijgesteld.
Industrie
Gedurende een aantal maanden is de productie in de industrie aan het afnemen. Dit komt doordat de industriebedrijven minder orders ontvangen uit binnen- en buitenland. Voor het eerst sinds 2020 zijn er volgens het CBS dan ook meer bedrijven negatief dan positief gestemd over de komende drie maanden.
Ondanks de negatieve signalen, wordt er slechts een lichte krimp van 0,5% toegevoegde waarde verwacht. Dit komt doordat de negatieve resultaten gecompenseerd worden door de sectoren die groei laten zien. Denk hierbij aan de (hightech) machinebouw, de voedingsindustrie en transportmiddelen industrie.
Bouw
In de woningbouw dalen de marges door de lagere verkoopprijzen en de hogere loonkosten. Ondanks het feit dat de prijzen van de bouwmaterialen al enkele maanden dalen, heeft het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) de productieverwachting voor woningen voor 2023 en 2024 naar beneden bijgesteld. De reden hiervoor is de nog altijd hoge hypotheekrente. Daarnaast herverdelen de bouwbedrijven hun capaciteit naar meer verduurzaming en minder nieuwbouw.
Tot slot zorgden uitspraken van de Raad van State (RvS) voor spanning in de bouw rondom de stikstofdepositie. Gelukkig voor deze sector oordeelde de RvS dat de stikstofdepositie op omliggende natuurgebieden geen significante gevolgen heft. Hierdoor kan het bouwplan worden uitgevoerd.
Handel
Binnen de handel camoufleren de prijsstijgingen de daadwerkelijke volumedaling. Als gevolg van de lockdowns in januari 2022, liet de detailhandel een bovennormale omzetgroei (jaar-op-jaar) zien. Deze groei werkt vervolgens weer door in het eindcijfer voor heel 2023.
Desondanks blijven de ondernemers geconfronteerd worden met stijgende kosten voor inkoop, personeel, huisvesting en energie. Helaas kunnen deze kosten niet altijd doorberekend worden zonder het risico op het verlies van omzet en marktaandeel. Daarnaast leggen de terugbetalingsverplichtingen van de schulden die tijdens de coronapandemie zijn ontstaan extra druk op de liquiditeit. Deze liquide middelen zijn van belang om te kunnen blijven investeren in de belangrijke transitie (verduurzaming en digitalisering).
Transport en mobiliteit
In de deelsector mobiliteit wordt ondanks de toegenomen omzet, een teruglopende verkoop verwacht. Dit is terug te zien in de gedaalde prijzen van occasions en de toegenomen sta-tijden. Voor motorfietsen wordt er echter nog wel een groei verwacht.
Binnen de deelsector transport, is er door de krapte op de arbeidsmarkt flink winst gemaakt en ook een goede buffer aangelegd. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het aanbod van transport afgenomen, terwijl de vraag is gegroeid. De opgebouwde buffer is op middellange termijn weer nodig voor de verduurzaming van de sector.
Horeca
De horecasector is in 2022 boven verwachting sterk hersteld van de coronaperiode. Op dit moment moet de sector vanwege uitdagingen op de markt en een kritische consument pas op de plaats maken. De waargenomen omzetgroei is alleen het gevolg van de prijsstijgingen. De volumegroei zal naar verwachting in 2023 en 2024 rond de nullijn liggen.
Het personeelstekort, de kostenstijgingen en de aangegane schulden tijdens de coronaperiode zorgen ervoor dat steeds meer ondernemers twijfelen aan de toekomst van hun onderneming. Dit zal resulteren in meer bedrijfsbeëindigingen.
Informatie en communicatie
Binnen de sector informatie en communicatie zijn veel verschillen te zien tussen de individuele deelsectoren: de IT-sector groei minder hard dan voorgaande kwartalen, terwijl voor de andere deelsectoren een krimp wordt verwacht.
De personeelskrapte blijft de grootste belemmering voor de IT-sector om harder te groeien. Tegelijkertijd zijn veel bedrijven op zoek naar mogelijkheden om efficiënter te werken middels automatisering. Dit soort vraagstukken zorgt voor vraag naar IT-oplossingen en advisering.
Bedrijven in de media en uitgeverijen zien hun omzet teruglopen doordat de advertentie-inkomsten dalen door een afkoelende economie. Digitalisering speelt een grote rol in deze deelsector om een succesvol businessmodel te blijven exploiteren.
Zakelijke dienstverlening
Aan de historische groei in de zakelijke dienstverlening komt langzaam een eind. Het aantal uitzenduren loopt terug, en ook in de detacheringsbranche is een afvlakkende omzetgroei te zien. Daarnaast zijn de opdrachtgevers kritischer en is er veel concurrentie op de markt. Het wordt dus lastiger om de stijgende kosten direct door te berekenen aan de eindklanten.
Voor de reisbranche wordt slechts een kleine krimp verwacht voor 2023. Dit komt doordat de consument een vakantie blijft zien als een basisbehoeften en hier dus geld aan blijft uitgeven.
Ook in de specialistische zakelijke dienstverlening wordt een vertraging van de groei verwacht als gevolg van de afgenomen investeringsbereidheid van bedrijven. Toch blijft er vraag naar specialistisch advies, met name op het gebied van specifieke regelgeving of duurzaamheid.
Opvallend is wel dat er veel bedrijven overgenomen blijven worden onder accountants en consultants. Ook binnen deze deelsector staan de tarieven en marges onder druk en kunnen de hoge kosten niet altijd doorberekend worden aan eindklanten. Deze bedrijven zijn op zoek naar de juiste schaalgrootte en uitbreiding van hun dienstenportfolio om zo onderscheidend en concurrerend te blijven.
Zorg en welzijn
Na de val van het kabinet dringen betrokken partijen erop aan om het Integraal Zorgakkoord (IZA) als niet-controversieel te beschouwen en voort te bouwen op de ingezette koers in de zorgsector. Financiële rendementen van zorginstellingen, waaronder ziekenhuizen, GGZ, caresector en gehandicaptensector, zullen naar verwachting snel dalen in 2023 en 2024 vanwege stijgende kosten voor energie, lonen, hulpmiddelen en materialen. Zorginstellingen moeten scherpe strategische keuzes maken en meerjarige afspraken vastleggen met zorg contracterende partijen om zich aan te passen aan deze uitdagingen.
Daarnaast is er eind 2022 de Green Deal 3.0 getekend. Deze deal moet zorgen voor minimale CO2-uitstoot en impact op de leefomgeving, met oog voor de circulariteit van grondstoffen en materialen. Iedere sector heeft een uitvoeringsplan gemaakt dat op sectorniveau concrete en tijdgebonden(tussen)doelen stelt.
Tot slot heeft de milde recessie in Nederland nauwelijks invloed op de kinderopvang. De afgenomen vraag naar arbeid in andere sectoren kan gunstig uitpakken voor deze sector: de wachtlijsten zijn onverminderd lang en de vraag zal niet terug lopen.
Onderwijs
De onderwijssector gaat tot 2027 te maken krijgen met bezuinigingen van het ministerie van OCW ter waarde van 664 miljoen euro. Zo zullen de collegegelden voor eerstejaars niet meer gehalveerd worden, en is er ook geen geld uitgetrokken voor salarisstijgingen. Daarnaast zijn de subsidies voor door- en zij-instroom omlaag gegaan, wat de personeelstekorten niet doet afnemen. Een positieve ontwikkeling is de extra aandacht voor het praktijkonderwijs en onderzoek. Hiermee zou de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt verkleind moeten worden.
Ook komt er extra budget voor hbo-instellingen in krimpregio’s, en de basisvaardigheden van mbo-studenten krijgen extra aandacht. Hiermee pakt de onderwijssector meer regie op arbeidsmarktvraagstukken en regionale uitdagingen.
Lees verder
Benieuwd naar de volledige sectorprognoses van de Rabobank? Klik dan op onderstaande link om naar het volledige artikel te gaan.
Rabobank: Sectorprognoses - Groeivertraging in vrijwel alle sectoren